Postmortale zorg is de zorg aan en voor het lichaam na het overlijden. De laatste zorg die aan onze medemens kan worden gegeven. Deze laatste zorg voor een overledene is een specialisme. Het vereist veel kennis en een grote deskundigheid om een overledene respectvol te verzorgen, zodat daarna een goede opbaring kan plaatsvinden. Na een zorgvuldige en piëteitvolle verzorging hebben nabestaanden de mogelijkheid om afscheid te nemen. Afscheid nemen van een correct verzorgde overledene is van groot belang voor de rouwverwerking.
Laatste verzorging
CMO biedt deze postmortale zorg aan overledenen in heel Nederland. We bieden deze zorg in thuissituaties, in uitvaartcentra en aan overleden patiënten en bewoners van ziekenhuizen en zorginstellingen. Deze zorg vereist hoogwaardig opgeleide en ervaren medewerkers, die beschikken over specifieke kennis en ervaring. Tevens dienen zij tactvol en empatisch te kunnen handelen in verdrietige omstandigheden, waarin zij de nabestaanden tot steun kunnen zijn.
Noodzakelijke handelingen
Als een patiënt in een ziekenhuis overlijdt, zal het ziekenhuis zorgdragen voor de noodzakelijke handelingen. Deze handelingen, zoals verwijderen van infuuslijnen of katheters en sluiten van openingen en incisies, vinden plaats op de verpleegafdeling of in het mortuarium van het ziekenhuis. Hieronder valt ook de (voorbereiding op) obductie of donatie. Een overzicht van den noodzakelijke handelingen treft u hieronder aan.
Uitvoering van deze noodzakelijke handelingen komt voor rekening van het ziekenhuis als onderdeel van de verleende medische specialistische zorg.
Piëteitsvol koelen
Na de uitvoering van de noodzakelijke handelingen en uiterlijk 3 uur na overlijden wordt het lichaam van de overledene in het mortuarium piëteitsvol gekoeld bewaard. Dit is noodzakelijk om het lichaam te conserveren.
Ongeacht of nabestaanden daar een expliciete opdracht toe geven, gaat de mortuariumbeheerder over tot koeling omdat hij de zorg voor de overledenen heeft aangenomen (zaakwaarneming, artikel 6:198 Burgerlijk Wetboek). De mortuariumbeheerder gaat door met koelen totdat nabestaanden of hun uitvaartverzorger bepalen wat er in voorbereiding op een uitvaart verder moet gebeuren.
Postmortale zorg in andere culturen
De hedendaagse Nederlandse maatschappij kent veel culturen. Dat is vaak heel zichtbaar bij overlijden. Juist bij de laatste zorg voor hun dierbare willen nabestaanden dat eventuele rituelen, behorend bij hun (godsdienstige) overtuiging en de gebruiken van het land of de cultuur van herkomst, worden uitgevoerd.
In hun opleiding tot medewerker postmortale zorg, ontvangen de medewerkers van CMO gedegen informatie over de diverse gewoonten en gebruiken. Onze medewerkers zullen zich zorgvuldig en piëteitvol opstellen bij het vervullen van de wensen van de nabestaanden en waar nodig helpen of adviseren.
In veel mortuaria waar CMO werkt is het mogelijk om de rituelen van bepaalde culturen, zoals een rituele wassing uit te voeren, ook voor overledenen die niet in die zorginstelling zijn overleden.
Pacemaker of ICD verwijderen
Het verwijderen van een pacemaker of ICD (Implanteerbare Cardioverter Defribilator) bij een overledene voorafgaand aan de uitvaart is geen wettelijke verplichting. Echter, crematoria en begraafplaatsen kunnen eisen dat een dergelijk implantaat verwijderd wordt alvorens het crematieproces / de teraardebestelling aanvangt.
Schakelt u hiervoor de postmortale zorgspecialisten van CMO in, dan zullen zij op respectvolle wijze deze dienst verlenen. Voordat we overgaan tot het verwijderen, zal er aan de uitvaartverzorger of nabestaanden gevraagd worden om een ondertekend toestemmingsformulier invasief handelen.
Contacten met uitvaartverzorgers
Ook worden er informatiebijeenkomsten georganiseerd over nieuwe ontwikkelingen (zoals thanatopraxie).